Saïd Bensellam

SaidSaïd Bensellam heeft in de zeventien jaar dat hij als portier in het Amsterdamse nachtleven heeft gewerkt een reputatie opgebouwd. Als stuurloos Marokkaans straatjochie uit Bos en Lommer werd hij als 14-jarige opgenomen in de kickboksschool van tante Hennie en ome Jan van den Vathorst. In ruil voor wat klusjes en schoonmaakwerk in de sportschool mocht hij trainen.

Hun zoon en toenmalig wereldkampioen kickboksen Rik van den Vathorst nam Saïd onder zijn hoede en bezorgde hem zijn eerste baantje als portier. Said was toen net 17. Al snel vestigde hij zijn naam als een onverschrokken, harde maar bovenal rechtvaardige en niet corrumpeerbare portier. Het waren deze eigenschappen en zijn imposante fysiek die hem overeind hielden in het ruige Amsterdamse nachtleven. Regelmatig heeft hij bij schietpartijen tussen gangsters moeten ingrijpen, of iemand een vuurwapen afhandig moeten maken.

Inmiddels heeft hij zijn portiersleven al vele jaren achter zich gelaten. Zijn ervaring en gezag gebruikt hij tegenwoordig om de vele problemen die er in Bos en Lommer zijn op te lossen. Met name de harde kern van de probleemjeugd in Bos en Lommer, net als hij veelal van Marokkaanse afkomst, luistert wel naar Saïd, waar overige welzijnsinstellingen, politie en justitie geen vat op hen hebben.
Dit is niet ongemerkt gebleven. Zo werd Saïd in 2007 uitgeroepen tot Amsterdammer van het jaar. In minder dan vijf jaar tijd heeft hij vanuit niets een organisatie opgebouwd die op succesvolle wijze de Marokkaanse jongerenproblematiek aanpakt.

Maar zijn onorthodoxe manier van werken en handelen wordt met argusogen gevolgd door de gevestigde welzijnsorde. Die zien hoe hij zaken gedaan krijgt, daar waar zij in tekortschieten en ook nog voor een schijntje van de financiële middelen die zij krijgen. Ook voor de lokale politiek is Saïd een ongeleid projectiel. Als ongediplomeerde jongen van de straat, die zijn middelbare school niet heeft afgemaakt, weet men niet goed wat men met hem aan moet. Hij is autonoom en danst naar niemands pijpen. Soms lijkt het wel of ze eerder zijn macht in de wijk willen beteugelen dan dat ze hem als constructieve partner beschouwen in het aanpakken van de problemen in de wijk. En die zijn er. Recent heeft de overheid uit radeloosheid nog maar weer eens veertig miljoen uitgetrokken voor de Marokkaanse probleemjeugd. En onlangs is uit een gelekt rapport van VROM gebleken dat de Kolenkitbuurt in Bos en Lommer op de lijst van Vogelaarwijken als meest problematische buurt staat genoteerd.

Straat krediet

Said Bensellam (Tetouan, 1971) vertelt hoe hij, als opgroeiend Marokkaans boefje in Amsterdam-West, gaat kickboksen. Op straat weet hij zich goed te weren en hij beschikt over een overtuigende babbel. Via een baan als portier komt hij in aanraking met het rauwe nachtleven. Said realiseert zich dat hij met een been in de criminele onderwereld van Amsterdam staat. Said geeft zijn loopbaan een andere wending door over te stappen naar het jongerenwerk. Terwijl hij als portier respect en waardering ontving, wordt hij echter in de welzijnssector gezien als een vreemde vogel. Keer op keer moet hij afwijzingen incasseren en vangt hij klappen op.

Said ontwikkelt zich gaandeweg tot een interessante, maar ook lastige, gesprekspartner voor beleidsmakers en politie. Het voormalige straatboefje voert allerlei projecten uit. Met succes. Anderen zien dat en raken geïnspireerd. De vonk slaat over. Hij wordt een rolmodel voor jongeren op straat. In 2006 wordt hij verkozen tot Amsterdammer van het jaar. Steeds meer jongeren herkennen zich in zijn verhaal. Straat krediet is het persoonlijke verhaal van een bijzondere man die zich omhoogwerkt uit zijn milieu, maar ook aan zijn Marokkaanse wortels vasthoudt. Saids ervaringen laten haarscherp zien waar het wringt in de participatiesamenleving wanneer een burger met initiatief door bestaande beleidskaders breekt.

Straat krediet krijgt niemand cadeau. Straat krediet van criminoloog Frank van Gemert is een fascinerende relaas zonder excuses of neutralisaties, dat zowel de eigen woorden van de hoofdpersoon bevat als een scherpe analyse van de wetenschapper. Minister Lodewijk Asscher, voormalig wethouder van Amsterdam, schreef een pakkend voorwoord. Frank van Gemert (1958) promoveerde op een onderzoek naar criminaliteit onder Marokkaanse jongens. Hij is verbonden aan de afdeling Criminologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Auteur: Frank van Gemert
Nederlands
272 pagina’s
Veltman Distributie inzake Just Publishe
februari 2015

Kleine jongen

Jarenlang liegt Said zijn ouders voor. Elke ochtend neemt hij afscheid van zijn moeder, gooit zijn schooltas in de garagebox en maakt met de andere Marokkaanse straatschoffies Amsterdam-West onveilig. Vanbinnen is de opvliegende, van school getrapte tiener een kwetsbare jongen. Jarenlang is hij gebukt gegaan onder pesterijen vanwege zijn overgewicht en zijn flaporen. Bij zijn familie, waar praten over problemen taboe is, kan hij niet terecht. Ook de hulpverlening heeft gefaald.

Inmiddels is Said Bensellam in heel Nederland bekend als de ongekroonde koning van Bos en Lommer. Als geen ander weet hij probleemjongeren en Marokkaanse huisvaders te bereiken. Met zijn ‘niet lullen, maar poetsen’-aanpak verricht hij links en rechts goede daden. Maar het schipperen tussen twee culturen eist nog steeds zijn tol.

‘Kleine jongen’ vertelt het meeslepende verhaal van zijn leven. Over de ontdekking van het kickboksen in de sportschool Van de Vathorst, het respect dat hij als portier in het uitgaansleven en op de Wallen kreeg en de groeiende kloof tussen hem en zijn familie, die hem uiteindelijk terugvoerde naar het hart van de Marokkaanse gemeenschap. Hem is dat gelukt, vele anderen niet. Een rauw, direct en ontroerend boek.

Auteur: Said Bensellam
Nederlands
159 pagina’s
Gennep B.V., Uitgeverij Van
januari 2010